Schenking uit de familie Van Dijk uit Harlingen

‘Nou seun, jim mutte maar us langs komme, want ik hè hier nog lepels die myn fader wonnen het en dy kin jim wel krije.’ Aan het woord is Wiebe van Dijk, bekend van muzikale optredens en andere spraakmakende activiteiten in Harlingen en omstreken. Minder bekend is dat de vader van Wiebe een zeer verdienstelijk kaatser is geweest. Hij kaatste tussen 1930 en 1940 en behaalde met 196 punten een respectabel aantal. Van Dijk was, evenals veel andere kaatsers uit de Friese havenstad, een publiekskaatser. Hoe belangrijker de partij en hoe meer volk langs de lijnen des te beter hij was.

Zijn eerste belangrijke overwinning was die op de Bondspartij in 1931. Het was de eerste keer dat hij in het afdelingspartuur mocht meespelen. Met de gelouterde spelers Klaas de Jager en Pieter Helfrich won hij direct de eerste prijs. In de jaren daarna ging het op en af maar in 1937 was hij dicht bij een overwinning op de PC. Hij moest het met zijn maten Taede Zijlstra en Jan van der Lei afleggen tegen Klaas Kuiken, Dooitzen de Bildt en Sjouke Helfrich. Het was de PC, waarop Kuiken na een busongeluk in de vroege morgen met zijn hoofd in het verband uiteindelijk de krans om zijn nek kreeg.

Daarna zou Van Dijk nog tweemaal een 3e prijs winnen op de PC en eenmaal een 4e prijs. Van de lepels is bekend dat de linkse is gewonnen op de Oldehovepartij. Waar de rechtse lepel vandaan komt is helaas (nog) onbekend. We gaan er onderzoek naar doen en wellicht kunnen we daar binnenkort iets meer over vertellen.

Wiebe kwam ook nog aanzetten met een bijzondere prijs die gewonnen was door zijn broer Bennie. Daarover later meer.

 

keatsklauw

Kaatsklauw

Kaatsklauw

Zaterdag 31 oktober j.l.schonk  mevrouw Bea Jellema-Visser uit Nieuwe Niedorp (NH) het Keatsmuseum een kaatsklauw. Het siervoorwerp was al sinds 1990 als bruikleen in onze collectie maar is nu dus in volledig eigendom verkregen. Het prachtige bronzen voorwerp heeft een glazen bal tussen de klauwen. Het geheel symboliseert de uitdaging voor een kaatswedstrijd en werd in 17e en 18e eeuw aan de buitenmuur van herbergen gehangen als teken dat er binnen iemand zat die wilde kaatsen.
Helaas is van dit voorwerp de eigendomsgeschiedenis niet bekend. Het komt uit familiebezit maar is zeer waarschijnlijk geen kaatsprijs maar wellicht ooit gekocht bij een antiquair of op een antiekveiling. Mocht iemand meer weten over de achtergrond van dit voorwerp dan horen wij dat graag.

Modern monnikenwerk (Franeker Courant – 21 okt)

Modern monnikenwerk in Keatsmuseum Franeker

FRANEKER Een heel museum digitaal in kaart brengen, ga er maar aan staan. Niet alleen de voorwerpen die in het museum te zien zijn, maar ook alles wat in het depot opgeslagen is. Foto’s, medailles, lauwerkransen en ga zo maar door. In het Keatsmuseum in Franeker is een groep vrijwilligers ermee bezig. Een modern monnikenwerk.

Op de eerste verdieping van het kaatsmuseum zijn vrijwilligers druk bezig. Een secuur werkje, Marty Slager is bezig foto’s in te scannen en de informatie die bekend is erbij te zetten. In een andere ruimte zijn Annelies van Ruiswijk en Tineke Nauta druk met voorwerpen fotograferen en de gegevens er in de computer bij te zetten. Een hele puzzel. De naam van de kaatser die bijvoorbeeld de medaille won, waar, bij welke vereniging, wanneer. Bovendien wordt ieder voorwerp voorzien van een nummer en waar in het museum het voorwerp zich bevindt. ,,Een nauwkeurig werkje, we hebben duizenden objecten en het is niet te onthouden waar alles ligt of staat. Daarom is die registratie zo belangrijk. Gelukkig is alles vanaf het ontstaan van het museum goed vastgelegd. We zijn nu bezig met de medailles en de lauwertakken en dergelijke. We hebben nu zo’n 2000 voorwerpen gescand en gaan nu nadenken wat prioriteit heeft, wat de belangrijkste collecties zijn.’’
,,We willen als kaatsmuseum onze collectie onder de aandacht brengen, het grootste deel is in het depot. Achter een doorsnee medaille kan een enorm verhaal zitten. Door alles in te scannen, zoveel mogelijk van informatie te voorzien en op de website te plaatsen, willen we de collectie zichtbaar maken. Het publiek kan er dan op reageren en onze data verrijken. We willen zoveel mogelijk informatie eraan verbinden, er kan bijvoorbeeld een link toegevoegd worden van een verslag van toen in de krant”, licht Theo Kuipers van het Keatsmuseum toe, ,,We willen service bieden, in het museum en digitaal. We willen het kaatsen levend maken, proberen alles in kaart te brengen. Het is uiteindelijk de bedoeling dat mensen thuis alles terug kunnen vinden op de website, dat ze kunnen zoeken op naam van de kaatser of van de vereniging. Of op een bepaalde periode kunnen zoeken. Een soort Google gericht op het kaatsen. Sinds kort is de site www.kaatshistorie.nl weer in de lucht, daarop is al veel te vinden.’’
,,We hebben duizenden wedstrijdlijsten hier liggen. De oudste is van 1865. Die zouden we graag allemaal ingescand willen hebben. Mogelijk gaan we dat uitbesteden, daarvoor gaan we fondsen aanschrijven. Het zou toch mooi zijn als je met die zoekfunctie op kunt zoeken wanneer je grootvader mee kaatste? Rients Gratama zei wel eens: ‘Wa net leaue wol dat ik keatse koe, moat mar efkes de list opsykje fan Wommels.’ Dat zou dan mogelijk moeten zijn, om dat op te zoeken. Maar eerst moeten we de voorwerpen maar eens klaar hebben. Het is een modern monnikenwerk zo’n collectie te digitaliseren.’’
,,Het fotograferen en scannen wordt in duo’s gedaan. Er zijn nu drie duo’s die allemaal een dagdeel per maand bezig zijn. Er kunnen nog wel wat vrijwilligers bij, mensen die dit interessant vinden om te doen als duo, zijn van harte welkom! Welk dagdeel is uiteraard bespreekbaar en ze worden door ons op weg geholpen. Affiniteit met computers en kaatsen is gewenst.’’
In de hele collectie van het Keatsmuseum bevinden zich nogal wat bijzondere voorwerpen, foto’s en filmpjes. ,,We hebben een film van Tunno Schurer op de PC van 1984, Peter Rinia, Wiep van Wieren en Tunno Schurer kaatsten de finale tegen Sake Saakstra, Piet Jetze Faber en Johannes Brandsma die favoriet waren. Het werd een thriller van een finale, Rinia, Van Wieren en Schurer wonnen uiteindelijk met alles aan de hang. Het is toch mooi dat zoiets tastbaar blijft, dat Tunno het aan zijn kinderen en kleinkinderen kan laten zien?’’

Suwarda Vis.

[Franeker Courant 21 oktober 2020]

freulehorloge

Keatsmuseum krijgt freulehorloge uit 1905

‘Us heit wie tige grutsk op it freulehorloazje dat hy oerkrigen hie fan syn heit. Yn 2005, doe’t it 100 jier lyn wie dat syn heit de Freulepartij wûn, hat er it horloazje noch troch juwelier Kramer meitsje litten, want it rûn net mear. Hy woe it perfoarst drage op de Freulepartij fan dat jier. Mar spitich genôch is hy in pear wike foar de Freulepartij fan dat jier ferstoarn.’

Het zijn de woorden van Manda en Janneke Postma die met warme herinneringen vertellen over het freulehorloge dat nu al 115 jaar in de familie  bewaard wordt. Hun grootvader Jan Sieks Postma won het in 1905 voor de kaatsvereniging Willem Westra uit Arum. Zij hebben beide geen nazaten en wilden dat het horloge toch een goede bestemming kreeg. Ze besloten het te schenken aan het Keatsmuseum. ‘Dit horloge van Postma is nu het op één na oudste Freulehorloge dat wij in bezit hebben’, zo vertelt Theo Kuipers, die verantwoordelijk is voor de museale collectie ‘En het is geweldig dat zulke erfstukken naar ons toe komen, want hoewel het een dood ding is, spreken de verhalen achter zo’n horloge enorm tot de verbeelding en helpen ons om de kaatsgeschiedenis levend te houden.’

Bijzonder aan de winst van Postma  in 1905 was dat hij die prijs won met dezelfde maten als waarmee hij in 1903 (de eerste Freulepartij) de derde prijs won. Dat waren Hendrik Kuipers en Bauke Keimpes Tolsma. Voor de  overwinning moesten zij, zowel in de halve finale als in de eindstrijd, aantreden tegen een drietal uit Franeker. Maar de jongens van Jan Bogtstra konden het beide keren niet winnen en moesten genoegen nemen met de 2e en 3e prijs. Dat was andersom het geval in 1903 toen Arum 1 en Arum 2 het beide moesten afleggen tegen Oosterlittens die er met het goud van door ging. De tweede prijs was in 1903 voor de Arumers J. O. van der Schel, L. Kuipers en R. Buwalda. Die eerste Freulepartij werd gewonnen door Oosterlittens met Hendrik van der Feer en de broers Thomas en Sietse van Buren.

In 1923 werd het reglement van de Freule zodanig aangepast dat kaatsverenigingen maar één partuur mogen afvaardigen. De bepaling, één keer winnen en dan niet meer meedoen dateert van 1909, omdat in 1908 bij het winnende partuur van Achlum twee spelers meededen (H. Rollingswier en J. Alkema) die het ook gewonnen hadden in 1907.

 

 

Keatsmuseum speelt belangrijke rol in familiereünie Ids Jousma

Toeval speelt in het leven soms een bepalende rol. En dat was vrijdagmiddag 4 september het geval voor een drietal bezoekers aan het Keatsmuseum. Het was een echtpaar met zoon (hun dochter was afwezig) die in verband met de coronacrisis in Friesland met vakantie waren. De vrouw herinnerde zich dat ze in haar jeugd vaak de medailles en andere kaatsprijzen van haar pake had gezien. Pake had ze nooit gekend want die was al op jonge leeftijd overleden. Maar zijn eretekens zouden in het Keatsmuseum zijn.

Pake Ids Jousma

Die ‘pake’ was er niet zo maar één. Het was Ids Jousma, één van de allerbeste kaatsers uit de jaren twintig. Hij was de eerste kaatsers die het Klavertje Vier won (Freulepartij, Jong Nederland, Bondspartij en PC). De PC zou hij vier keer winnen en de Bondspartij zelfs vijf keer. Toen hij zich eenmaal geformeerd had met Taede Zijlstra en Klaas Kuiken vormden zij een schier onoverwinnelijk partuur. Zo wonnen ze in één jaar 23 van de 32 wedstrijden en er kwamen steeds meer verenigingen die hen uitsloten van deelname als ze met z’n drieën formeerden. De kaatsroem van Ids Jousma had wellicht nog groter geweest als niet een ernstige slagersziekte (blaasworm) rond 1930 een einde maakte aan zijn kaatscarrière. Hij zou er in 1935 aan overlijden en slechts 34 jaar worden.

Kleinkinderen

Zijn kleinkinderen hebben hem daarom nooit bij leven gekend, maar zijn kaatsroem leefde voort in de familie want zijn echtgenote waakte trots over zijn eretekens die bij haar thuis waren uitgestald. Na haar overlijden zijn een deel van zijn gewonnen eretekens naar het Keatsmuseum gebracht. En het waren de herinneringen aan deze kaatsprijzen die bovengenoemde familie naar het Keatsmuseum bracht.

Broer

Nu wilde het toeval dat Theo Kuipers juist die middag in het Keatsmuseum aanwezig was en een paar weken daarvoor de kaatscollectie van Ids Jousma had gescand en beschreven. Binnen no time had ik de prijzen van Ids Jousma uit het depot uitgespreid op tafel. Maar ik herinnerde me ook dat ik zo’n twee jaar geleden met Ids Talen uit Boazum dezelfde eretekens had bekeken. Ids Talen was via zijn moeder verwant aan Ids Jousma. Ik werd nieuwsgierig en  vroeg de bezoekers naar hun familierelatie met Ids Jousma. De echtgenote vertelde dat zij Janke (Jannie) Talen heette en dat zij via haar moeder afstamde van Ids Jousma. Ik vertelde haar van mijn contact met Ids Talen. Haar mond viel open van verbazing. Ze keek me verwonderd aan en zei: ‘Dat is mijn broer die ik al 30 jaar niet meer heb gezien. Ik heb overal naar hem gezocht maar heb hem nergens kunnen vinden.’

Een ander toeval wilde dat vrijwilliger Klaas Dijkstra in Boazum de buurman is van Ids Talen. Een telefoontje naar Klaas en het contact was via hem snel gelegd. Vijf minuten later hadden broer en zus Talen elkaar na dertig jaar aan de telefoon. Het gesprek werd beëindigd met de afspraak om elkaar de volgende dag direct op te zoeken. De volgende dag kreeg ik ’s middags een appje dat ze elkaar hadden ontmoet en ze ons bedankten voor de hulp bij de hereniging. Waar een bezoek aan het Keatsmuseum al niet toe kan leiden.

 

Tekst: Theo Kuipers

 

malden

Senioren uit Malden reizen twee uren om Friese kaatshistorie te beleven

Toonen Reizen uit Malden (Gelderland) had donderdag de primeur van de eerste georganiseerde dagtocht naar het Kaatsmuseum in 2020.

Vanwege de Coronabeperkingen is de groep buiten de normale openingstijden in het museum ontvangen en bovendien in twee groepen gesplitst. Jan Suierveld verzorgde de rondleiding in het museum en Theunis Piersma gaf uitleg in de filmzaal. Het Kaatsmuseum blijkt zeer geschikt te zijn om een dergelijke seniorengroep met de nodige rollators goed te kunnen ontvangen. De bezoekers waren enthousiast en zeer geïnteresseerd in het verhaal van het kaatsen. Daarna gebruikte men de lunch in de ‘Poort van Franeker’ en werd het middagprogramma vervolgd met een bezoek aan het Douwe Egbertsmuseum in Joure.

Plaquette voor oud-PC voorzitter Klaas Bijlsma

Op de Voorstraat in Franeker is woensdag op het woonhuis van Mr. Klaas Bijlsma een plaquette onthuld. Bijlsma was naast notaris en advocaat ook van 1929 tot en met 1973 voorzitter van de PC. In de bezettingsjaren werd hij opgepakt omdat hij weigerde akten te ondertekenen die Joods bezit zouden overdragen aan de bezetter. Meester Bijlsma werd opgepakt en opgesloten in kamp Beekvliet in Sint Michielsgestel in Brabant.

In die plaats organiseerde Bijlsma, zo goed en zo kwaad als het ging, zelfs nog kaatspartijen. Verslagen van de PC in Franeker kreeg hij van zijn klerk Tjitte Sleijffer.

De plaquette werd onthuld door zijn kleinzoon Titus Hoogslag. De plaatsing van de steen is een initiatief van Stichting Keatsstêd 2018. Daarin zijn de PC, het Keatsmuseum, Kaatsvereniging Jan Bogtstra en de KNKB vertegenwoordigd.