Op de PC-torens staat: “Hjir is it keatsen, hjir rekket de bal it hert”. Op de wand achter de balie van het Keatsmuseum staat daar de parafrase: “Hjir is it ferhaal, it ferhaal fan it keatsen”. Beide treffende slogans zijn van de dichteres Baukje Wytsma. Die kernachtige zegswijze is van toepassing op eigenlijk alle kaatsprijzen en andere kaats gerelateerde voorwerpen die in het Keatsmuseum worden bewaard. Maar soms, ja soms, wordt je wel knoeterhard geraakt door het verhaal achter een kaatsprijs. Dat overkwam deze schrijver bij de overdracht van het freulehorloge van Douwe Hoekstra door zijn broer Arjen.
Douwe Hoekstra werd geboren op 21 mei 1958 te Franeker en was daarmee een paar jaar jonger dan mij. Hoewel beide Franekers, hebben onze wegen elkaar in de jeugdjaren niet gekruist. Maar toen Douwe als jongenskaatser furore begon te maken leerde ik hem in die hoedanigheid kennen. Kort en stevig van postuur was hij een sterke voorinse die in de jongenscategorie behoorlijk van zich afsloeg. In 1974 won hij met Dirk Kuperus en Joop Bruinsma al een 2e prijs op de Freule. Een jaar later werd de 1e prijs gewonnen met Dirk Kuperus en nu met Nico Douma als sterke achterinse. Datzelfde trio won in 1975 ook de Jongensbond.
Die Freulewinst van ’75 hing overigens in de 4e omloop wel aan een zijden draadje. Tegen het verrassende Poppingawier met een uitblinkende Goos Nijman stonden ze met 4-1 achter. Cruciaal was de slag op 4-2 en 6-4 toen een kaatsaanmerker de bal keerde en de punten naar Franeker gingen. Het werd geen 5-2 maar 4-3 en de partij kantelde. Toch werd het 5-5 maar op 5-5 en 6-2 bleef Albert Bijlsma van Poppinga in gebreke bij het keren van de bal. De finale tegen Tzummarum was daarentegen een ‘walk-over’. Pieter Heeringa, Lieuwe de Jong en Hessel Bleeker werden met 5-1 en 6-4 verslagen. Douwe Hoekstra eindigde de partij met een bovenslag.
Douwe Hoekstra probeerde in de jaren daarna om zich tussen ‘de toppers’ te scharen. Dat leek aanvankelijk te lukken want een jaar later stond hij als 18-jarige op de PC. Hij kaatste met opslager Jan Vaas uit Dronrijp en Eelco van den Akker uit Nijbeets. De eerste partij werd ‘met alles oan ‘e hang’ gewonnen van Gerrit Fokkens, Tamme Velstra en Johannes van der Ploeg. In de 2e omloop werd verloren van de latere winnaars Sake Saakstra, Piet Jetze Faber en Dirk Talsma. Een jaar later stond hij weer op de lijst van de PC, maar nu werd de 1e omloop zijn laatste deelname.
Daarmee kwam eigenlijk al vrij jong – te jong – het einde van zijn kaatscarriëre. De potentie was er wel, maar helaas zat zijn aangeboren natuur hem in de weg. Tegenslagen werden maar moeizaam overwonnen en te vaak overgoten met vocht dat minder geestrijk was voor het lichaam dan men het wel eens toedicht. Dat laatste ging van kwaad tot erger en leidde tot een combinatie van allerlei lichamelijke en maatschappelijke problemen. Douwe Hoekstra werd slechts 46 jaar.
Zijn broer Arjen, heeft het Freulehorloge van zijn broer altijd met zorg bewaard. ‘Het werkt nog prima’, zo vertelde hij. “Ik ha der goed op past’. Dat laatste zullen wij ook doen. Het heeft inmiddels een plekje gekregen tussen een hele serie andere Freulehorloges. Een plek om trots op te zijn.
(op de foto van links naar rechts: Freulewinnaars 1975 – Dirk Kuperus, Nico Douma, Hoekstra sr. met wisseltrofee, Douwe Hoekstra)
Freulehorloge met nare bijsmaak
/in Nieuws /door Carina TwerdaOp de PC-torens staat: “Hjir is it keatsen, hjir rekket de bal it hert”. Op de wand achter de balie van het Keatsmuseum staat daar de parafrase: “Hjir is it ferhaal, it ferhaal fan it keatsen”. Beide treffende slogans zijn van de dichteres Baukje Wytsma. Die kernachtige zegswijze is van toepassing op eigenlijk alle kaatsprijzen en andere kaats gerelateerde voorwerpen die in het Keatsmuseum worden bewaard. Maar soms, ja soms, wordt je wel knoeterhard geraakt door het verhaal achter een kaatsprijs. Dat overkwam deze schrijver bij de overdracht van het freulehorloge van Douwe Hoekstra door zijn broer Arjen.
Douwe Hoekstra werd geboren op 21 mei 1958 te Franeker en was daarmee een paar jaar jonger dan mij. Hoewel beide Franekers, hebben onze wegen elkaar in de jeugdjaren niet gekruist. Maar toen Douwe als jongenskaatser furore begon te maken leerde ik hem in die hoedanigheid kennen. Kort en stevig van postuur was hij een sterke voorinse die in de jongenscategorie behoorlijk van zich afsloeg. In 1974 won hij met Dirk Kuperus en Joop Bruinsma al een 2e prijs op de Freule. Een jaar later werd de 1e prijs gewonnen met Dirk Kuperus en nu met Nico Douma als sterke achterinse. Datzelfde trio won in 1975 ook de Jongensbond.
Die Freulewinst van ’75 hing overigens in de 4e omloop wel aan een zijden draadje. Tegen het verrassende Poppingawier met een uitblinkende Goos Nijman stonden ze met 4-1 achter. Cruciaal was de slag op 4-2 en 6-4 toen een kaatsaanmerker de bal keerde en de punten naar Franeker gingen. Het werd geen 5-2 maar 4-3 en de partij kantelde. Toch werd het 5-5 maar op 5-5 en 6-2 bleef Albert Bijlsma van Poppinga in gebreke bij het keren van de bal. De finale tegen Tzummarum was daarentegen een ‘walk-over’. Pieter Heeringa, Lieuwe de Jong en Hessel Bleeker werden met 5-1 en 6-4 verslagen. Douwe Hoekstra eindigde de partij met een bovenslag.
Douwe Hoekstra probeerde in de jaren daarna om zich tussen ‘de toppers’ te scharen. Dat leek aanvankelijk te lukken want een jaar later stond hij als 18-jarige op de PC. Hij kaatste met opslager Jan Vaas uit Dronrijp en Eelco van den Akker uit Nijbeets. De eerste partij werd ‘met alles oan ‘e hang’ gewonnen van Gerrit Fokkens, Tamme Velstra en Johannes van der Ploeg. In de 2e omloop werd verloren van de latere winnaars Sake Saakstra, Piet Jetze Faber en Dirk Talsma. Een jaar later stond hij weer op de lijst van de PC, maar nu werd de 1e omloop zijn laatste deelname.
Daarmee kwam eigenlijk al vrij jong – te jong – het einde van zijn kaatscarriëre. De potentie was er wel, maar helaas zat zijn aangeboren natuur hem in de weg. Tegenslagen werden maar moeizaam overwonnen en te vaak overgoten met vocht dat minder geestrijk was voor het lichaam dan men het wel eens toedicht. Dat laatste ging van kwaad tot erger en leidde tot een combinatie van allerlei lichamelijke en maatschappelijke problemen. Douwe Hoekstra werd slechts 46 jaar.
Zijn broer Arjen, heeft het Freulehorloge van zijn broer altijd met zorg bewaard. ‘Het werkt nog prima’, zo vertelde hij. “Ik ha der goed op past’. Dat laatste zullen wij ook doen. Het heeft inmiddels een plekje gekregen tussen een hele serie andere Freulehorloges. Een plek om trots op te zijn.
(op de foto van links naar rechts: Freulewinnaars 1975 – Dirk Kuperus, Nico Douma, Hoekstra sr. met wisseltrofee, Douwe Hoekstra)