freulehorloge

Keatsmuseum krijgt freulehorloge uit 1905

‘Us heit wie tige grutsk op it freulehorloazje dat hy oerkrigen hie fan syn heit. Yn 2005, doe’t it 100 jier lyn wie dat syn heit de Freulepartij wûn, hat er it horloazje noch troch juwelier Kramer meitsje litten, want it rûn net mear. Hy woe it perfoarst drage op de Freulepartij fan dat jier. Mar spitich genôch is hy in pear wike foar de Freulepartij fan dat jier ferstoarn.’

Het zijn de woorden van Manda en Janneke Postma die met warme herinneringen vertellen over het freulehorloge dat nu al 115 jaar in de familie  bewaard wordt. Hun grootvader Jan Sieks Postma won het in 1905 voor de kaatsvereniging Willem Westra uit Arum. Zij hebben beide geen nazaten en wilden dat het horloge toch een goede bestemming kreeg. Ze besloten het te schenken aan het Keatsmuseum. ‘Dit horloge van Postma is nu het op één na oudste Freulehorloge dat wij in bezit hebben’, zo vertelt Theo Kuipers, die verantwoordelijk is voor de museale collectie ‘En het is geweldig dat zulke erfstukken naar ons toe komen, want hoewel het een dood ding is, spreken de verhalen achter zo’n horloge enorm tot de verbeelding en helpen ons om de kaatsgeschiedenis levend te houden.’

Bijzonder aan de winst van Postma  in 1905 was dat hij die prijs won met dezelfde maten als waarmee hij in 1903 (de eerste Freulepartij) de derde prijs won. Dat waren Hendrik Kuipers en Bauke Keimpes Tolsma. Voor de  overwinning moesten zij, zowel in de halve finale als in de eindstrijd, aantreden tegen een drietal uit Franeker. Maar de jongens van Jan Bogtstra konden het beide keren niet winnen en moesten genoegen nemen met de 2e en 3e prijs. Dat was andersom het geval in 1903 toen Arum 1 en Arum 2 het beide moesten afleggen tegen Oosterlittens die er met het goud van door ging. De tweede prijs was in 1903 voor de Arumers J. O. van der Schel, L. Kuipers en R. Buwalda. Die eerste Freulepartij werd gewonnen door Oosterlittens met Hendrik van der Feer en de broers Thomas en Sietse van Buren.

In 1923 werd het reglement van de Freule zodanig aangepast dat kaatsverenigingen maar één partuur mogen afvaardigen. De bepaling, één keer winnen en dan niet meer meedoen dateert van 1909, omdat in 1908 bij het winnende partuur van Achlum twee spelers meededen (H. Rollingswier en J. Alkema) die het ook gewonnen hadden in 1907.