De houten oldehove

De houten Oldehove van Jacob P. Dijkstra

De reis van dit bijzondere voorwerp begon in Friesland op de kaatsvelden. Begin 1900 werd in Leeuwarden namelijk een nieuwe prijs verkaatst: de houten Oldehove. Ideaal voor een wedstrijd gehouden in de stad waarin de Oldehove, een welbekende scheefstaande toren, een belangrijk aandeel in de geschiedenis heeft. De houten Oldehove kwam in het jaar 1919 terecht in de handen van Jacob Pieters Dijkstra, die de prijs meenam naar verre oorden.

Terug naar 1919

In 1919 werd voor de zesde keer gekaatst om de houten Oldehove. Ook Jacob P. Dijkstra kaatste weer mee met deze partij. Met zijn partuur won hij de wedstrijd. Evenals in 1917 werd hij tot koning uitgeroepen en hij kreeg daarmee de houten Oldehove definitief in zijn bezit. Hier begint de reis van de houten Oldehove meegedragen door een kaatser.

De reis naar Batavia

Jacob P. Dijkstra emigreerde in 1930 naar Batavia, voormalig Nederlands-Indië. Al zijn kaatsprijzen, zo ook de houten Oldehove, maakten deel uit van zijn bagage. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Batavia bezet door Japan. Jacob P. Dijkstra is hier gevangen genomen en opgesloten in een kamp voor krijgsgevangenen. In deze tijd zijn al zijn kaatsprijzen verloren gegaan.

Zo is ook de houten Oldehove verdwenen als gevolg van deze bezetting. Niemand weet of deze nog ergens staat of dat deze echt verloren is gegaan. Jacob P. Dijkstra overleefde het kamp en ging naar huis in Friesland. Zijn kaatsvrienden hebben de replica van de houten Oldehove vervolgens voor hem gekocht en geschonken. Deze staat nu in het Keatsmuseum die het verhaal van de verloren oude Oldehove en Jacob P. Dijkstra in leven houdt.