De kaatsklauw
Een man loopt naar de herberg in zijn dorp. Een kaatsbal tussen zijn vingers en een vastberaden blik in zijn ogen. Aan de muur van de herberg hangt een lege, nagemaakte roofvogelklauw. De man werpt een blik op zijn kaatsbal, plaatst deze tussen de tenen van de klauw en loopt vervolgens de herberg binnen. Een voorbijganger merkt de bal op in de klauw en tikt zijn metgezel aan. Eén van de mannen loopt naar de muur en bij binnenkomst in de herberg wordt de bal omhoog gehouden: “Wie wilde uitgedaagd worden? It giet oan!”